Yneke:
Ik ben er al helemaal aan gewend dat de vier grote witte hennen in Soestdijk wonen.
![]() |
3 van de 4 witte hennen in de ren van Soestdijk* |
Ma Tok moest een keer heel vroeg weg en zo kon zij niet om tien uur het Tok-huis openzetten. Ze vroeg aan mevrouw Marit of zij het een keer wilde doen en zo geschiedde. Die ochtend kwam mevrouw Marit de tuin in, waar zij werd begroet door Wendy, het enige nog levende "boomkipje" zoals zij de in de struik slapende hennetjes altijd noemt.
De vier grote witte dames hadden meteen in de gaten dat zij hun portie wormen die dag van haar zouden krijgen. Ze begonnen druk
heen en weer te lopen en te kakelen.
![]() |
en nummer 4* |
heen en weer te lopen en te kakelen.
Omdat ze alle vier wit zijn noemde mevrouw Marit paleis Soestdijk the White House, dat schijnt een paleis heel ver weg te zijn, waar een president woont. Nee, een koning heeft dat verre land niet, maar de president voelt zich wel koning, dus dat Witte Huis noemen we dan voor het gemak maar een paleis. Mevrouw Marit heeft een poos in dat verre land gewoond, maar ze is vast blij dat ze nu hier een huis heeft gevonden. Zij heeft geen kippen, maar wel drie katten, net zoals ma Tok.
Mevrouw Marit voorzag ons allemaal rijkelijk van wormen en ander lekkers, de vier witte meiden
kregen wat extra's omdat ze zo zielig waren.
![]() |
Yneke in haar benarde positie |
En ze heeft mij gered!
En nu wilt u natuurlijk weten waarvan.
Wel, dat zal ik u vertellen. In de Tok-tuin staat een plant, die tegen de muur opklimt. Het is niet zo dat die plant ooit bovenaan de muur zal komen, hij zit met zijn wortels in de grond vast, maar zijn takken gaan wel langs de muur omhoog. Vorig jaar zaten er bloemen aan die takken, maar nu nog niet, het is misschien nog te koud. Er zitten wel lekkere blaadjes aan, ik
kijk daar vaak naar, maar ik kan er niet goed bijkomen omdat ma Tok een hekje om die plant heen heeft gezet. Op de morgen dat mevrouw Marit ons kwam verzorgen zag ik toch kans om in dat hekje te komen om zo een paar van die groene blaadjes te verschalken. Maar toen ik er eenmaal in zat kon ik er niet meer uit. Ik begon te roepen en te fladderen, maar dat hielp niet, ik kwam niet omhoog omdat dat hekje me vasthield. Gelukkig hoorde mevrouw Marit mijn gefladder en kwam ze kijken.
![]() |
het hekje is nu minder toegankelijk |
"Wat heb je nu gedaan?" vroeg ze.
Domme vraag, ik zat daar in dat hekje en ik kon er niet uit, dat zag
ze toch ook wel?
![]() |
allemaal weer veilig buiten de gevangenis |
ze toch ook wel?
Ging ze een foto maken van mij in mijn benarde positie!
Dat kon ik niet waarderen en ik riep dat ze me moest bevrijden.
Ik weet niet of ze mij verstond maar ze hielp me er wel uit. Het gaas-hekje boog ze aan de bovenkant naar elkaar toe, zodat ik er niet meer in zou kunnen.
Dat was ik toch al niet van plan, zeker weer vast komen te zitten en dan op de foto gaan, ik kijk wel uit.
Ik kreeg wel wat extra wormpjes van haar, voor de schrik, zei ze.
*Ma Tok: met dank aan mevrouw Marit voor de foto's van Yneke en de plant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten