Tsaar Nikolaas:
Ma Tok had mij nieuwe hennen beloofd, geredde leghennen.
![]() |
Soestdijk, hier zonder de extra ren |
Ma Tok maakte eerst Soestdijk helemaal schoon en ze deed verse bodembedekking in het nachthok. Nu zou het vast niet lang meer duren, dacht ik. Maar de dagen gingen voorbij en er gebeurde niks. Wel werd de ren van Soestdijk voor ons afgesloten en ma Tok zette een voerbak in het nachthok. De pik-tafel haalde ze uit de ren, die zette ze onder de grote stuik, met lekkere zaadjes erin voor ons.
Ik vroeg het aan ma Tok, ze antwoordde dat ik gewoon nog even geduld moest hebben, het zou allemaal wel goed komen. Ja, daar had ik dus niets aan.
Boos draaide ik me om en ik wilde snel naar ons Tok-huis lopen om een hapje te gaan eten, maar in de haast had ik Xena over het hoofd gezien. Nou ja, niet over het hoofd, maar onder de buik. Ik botste tegen
haar poten aan waarop zij kakelde dat ik niet zo onvoorzichtig moest zijn en dat er nog meer kippen in de tuin rondliepen dan ikzelf.
![]() |
Xena geeft de tsaar een lesje in geduld |
haar poten aan waarop zij kakelde dat ik niet zo onvoorzichtig moest zijn en dat er nog meer kippen in de tuin rondliepen dan ikzelf.
Ik keek haar boos aan waarop ze begon te lachen. "Waar wilde je eigenlijk zo snel naartoe?" vroeg ze en ze keek een beetje bezorgd.
"Is alles wel goed met je?"
Ik mopperde dat alles PRIMA met mij ging, maar dat ma Tok me iets moois had beloofd en dat het veel te lang duurde voordat ze haar belofte inloste. "Weet je dan niet dat de voorpret minstens zo fijn is als de echte pret?" vroeg Xena. Mmmm, daar had ik nog niet aan gedacht, misschien had ze gelijk.
"Goed, je hebt wel een punt, maar het duurt nu al bijna een week en mijn geduld begint op te raken. En nu mogen we ook niet meer in de
ren van Soestdijk, waar moeten we dan schuilen als het gaat regenen?" "Daar zou ik me voorlopig maar geen zorgen over maken, de zon schijnt en de lucht is blauw, dan denk je toch niet aan regen? En als de nood aan de haan komt kunnen we altijd in ons huis schuilen."
![]() |
de lekker volle voersilo in het Tok-huis |
ren van Soestdijk, waar moeten we dan schuilen als het gaat regenen?" "Daar zou ik me voorlopig maar geen zorgen over maken, de zon schijnt en de lucht is blauw, dan denk je toch niet aan regen? En als de nood aan de haan komt kunnen we altijd in ons huis schuilen."
Tja, dat was allemaal waar, maar ik had nog steeds de pest in dat ik zo lang moest wachten. Ik liep zonder iets terug te kakelen naar ons huis om een hapje te eten. Gelukkig was de voersilo net opnieuw gevuld, dus er zat allerlei lekkers in. Dat hielp een klein beetje tegen mijn boze bui. En toen Xena later tegen mij kakelde dat ik zulke mooie kleuren had in de zon heb ik haar bedankt voor het compliment.
![]() |
de 4 manden voor Soestdijk |
Gelukkig kwamen de dames een poosje later de trap af om hun paleis te gaan verkennen.
Maar daarover hoort u volgende week meer.