vrijdag 27 december 2019

Ziekenboeg in de Tok-tuin


Yvonne:

Weet u het nog?

Yvonne met haar rare poot naar voren gestrekt
Ik had een rare poot en ik zat in een apart hokje opgesloten.
Een luxe hokje, dat wel, maar ik vond er na een poosje toch niet zoveel meer aan.
Ik keek naar mijn familieleden, die heerlijk door de tuin scharrelden en ik kreeg een beetje genoeg van het stilzitten. Oké, nu en dan ging ik wel staan om wat te eten of te drinken, maar verder was het best saai.
Ma Tok gaf mij elke ochtend mijn medicijn in mijn snavel, ik mocht dan bij haar op schoot zitten in de schuur, waar zij het spul in mijn bek druppelde en ik slikte het telkens braaf door.

Toen ik het vijf dagen had gekregen was het flesje leeg.
De dierenarts had gezegd dat het dan iets beter zou moeten gaan en als dat zo was mocht ma Tok een nieuw flesje halen. Maar er zat geen enkele verbetering in mijn poot, hij deed het nog steeds niet toen ma Tok mij liet staan en lopen. Ze keek bedroefd, ma Tok, en ze zei dat ze de dierenarts ging bellen om te overleggen.
Wat er besproken is door de telefoon weet ik
de verbonden voet van Yvonne
niet, maar ik kreeg geen druppels meer en ik werd extra verwend.
Ma Tok nam mij wel op schoot en ze deed iets om mijn voet, een soort van verband, waardoor mijn tenen niet meer in een klauwtje konden staan. Ze dacht dat dat misschien zou helpen om mijn poot beter te maken.
Na een dag en een nacht haalde ze het er weer af en liet ze me weer staan. Mijn voet was iets beter, zei ze blij en de volgende dag kreeg ik toch weer van die druppels in mijn snavel.
Ik kreeg 's avonds een nieuw verband om mijn voet, dat was iets breder, zodat mijn voet nog wat platter leek. Wat zou het fijn zijn als ik de volgende morgen weer zou kunnen lopen!
Maar dat was helaas niet zo.
Omdat het een feestdag was kregen wij allemaal extra veel lekkers en er werd flink gesnoept in de tuin en in mijn hokje ook.
Jenny met haar paarse kam
Ik zag dat Jenny geen wormen kreeg en de anderen wel.
Jenny loopt namelijk al een poosje rond met een rare paarse kam en ma Tok heeft aan mevrouw Angelique gevraagd of zij weet hoe dat kan komen en wat er aan gedaan kan worden.
Mevrouw Angelique antwoordde dat het kon komen door te eiwitrijk voer, dus nu krijgt Jenny geen wormen meer. Zij krijgt extra lekkere zaadjes en restjes groente als traktatie. Als de wormen in de tuin op zijn mag zij weer bij de anderen.
Omdat het niet erg hielp heeft ma Tok ook nog aan de dierenverzorgster bij Hoogendoorn gevraagd om raad en zij zei dat het
de medicijnen bij elkaar
ook kan komen door zuurstofgebrek.
Om dit op te lossen had zij een goed recept: vier dagen lang elke dag een kwart paracetamol in de snavel en karnemelk te drinken geven en het zou over gaan.
Jenny heeft haar kuurtje gehad en het lijkt inderdaad te helpen, haar kam begint weer rood te worden. Hoe is het mogelijk!
Omdat ma Tok graag het zekere voor het onzekere neemt volgt zij de raad van beide deskundigen op. Het werkt, dat is het belangrijkste, alleen weet zij nu niet wát heeft geholpen, de paracetamol of het minder eiwitrijke voer.
De karnemelk vonden de dames niet echt lekker. Dit is misschien de invloed van pa en ma Tok, die die drank allebei verafschuwen.
Zoals u ziet is er een hele ziekenboeg bij de familie Tok ontstaan en ma Tok heeft het er maar druk mee. En dat juist nu al haar kuikens en kleinkuikens bij haar op bezoek kwamen vanwege de feestelijke dagen.
Maar ik hoor haar niet klagen, hoor, ze geeft mij elke dag mijn druppels en daarna mag ik nog een poosje op haar schoot zitten, gewoon omdat dat zo gezellig is.

vrijdag 20 december 2019

Yvonne's poot


Yvonne:

Ik had een rare poot.
Nee, niet zomaar een klein beetje, ik kon er niet meer mee lopen.
Ik probeerde het natuurlijk wel, vooral toen ma Tok wormpjes strooide voor ons, maar zij zag het meteen, dat die ene poot niet mee wilde doen.

Yvonne in haar privé-hokje
Ik werd opgetild en ik mocht mee naar binnen het mensenhuis in.
Nu betekent dat meestal niet veel goeds heb ik gemerkt, maar het viel me mee. Ma Tok legde me op mijn rug op haar schoot en ze begon mijn poten te bekijken. Ja, allebei mijn poten, ze vergeleek ze met elkaar. Eerst had zij mijn voeten gewassen met heerlijk warm water, dus ik hoefde me niet te schamen voor mijn zwarte zandpoten. Ma Tok keek heel nauwkeurig mijn voeten na, maar ze zag niets bijzonders, zei ze. Ze voelde langs mijn poten omhoog, maar ook daar kon ze niets ontdekken.
Toen ging ze opbellen naar de dierenarts en ik hoorde dat ik daar werd verwacht in de middag. Ik werd in een apart hokje gezet met een bakje water en een heleboel meelwormen, omdat ik de uitdeling had gemist door mijn uitstapje naar het mensenhuis. Nou, die wormen waren in no time in mijn krop
het medicijn voor Yvonne
verdwenen.
Ik had ze net allemaal opgesnaveld toen ma Tok mij kwam halen. Ik mocht in de auto van pa en ma Tok mee, op schoot bij ma Tok. Lekker warm was het in die auto! Heerlijk, ik werd er gewoon slaperig van. Ik werd weer wakker toen we uit de auto gingen om een huis binnen te gaan.
Pa en ma Tok gingen zitten en ik mocht alweer op schoot. Pa en ma Tok praatten met de mevrouw achter de balie over mij, zij bleek ook kippen te hebben in haar tuin. Ma Tok vertelde haar over onze verhaaltjes en de mevrouw ging meteen naar ons kijken op haar computer.
Een heel grote hond was vóór mij aan de beurt, hij liep met zijn baas mee naar binnen bij de dokter, maar ik kon zien dat hij er niet veel zin in had. Oeioei, zou het eng zijn daar in die kamer?
Maar de hond kwam er gewoon weer uit lopen, dus erg gevaarlijk kon het niet zijn geweest.
Ik werd door ma Tok de onderzoekskamer
Yvonne in haar privé-hokje met raam en vloerverwarming
ingedragen en op een tafel gezet. De dierenarts keek naar mijn zere poot, hij zag ook niets afwijkends, maar toen ging hij bovenaan mijn poten met zijn handen en hij maakte allerlei rare bewegingen, die erg veel pijn deden.
Dat vertelde ik hem ook en gelukkig hield hij toen op. Pa en ma Tok praatten nog even met hem en toen kreeg ik een drankje in mijn snavel gedruppeld. Het smaakte naar niks, dus ik slikte het netjes door.
En gelukkig mocht ik toen weer mee naar huis.
Mocht ik toen ook weer in de Tok-tuin lopen? Nee, dat ging niet door en niet alleen omdat ik niet kon lopen, ik mocht het ook niet, ik had "hokrust" hoorde ik.
Ma Tok zette me in het hokje waar ik al in gezeten had, maar het was nog luxer geworden: er zat nu
het "gordijn" tegen de koude wind
vloerverwarming in!
Dat was lekker!
Ik ging meteen met mijn hele lijf op dat warme plekje liggen en toen zag ik dat mijn leeggegeten etensbakje weer was gevuld.
Lui liggend kon ik het leeg snavelen, wormpjes en lekkere zaadjes.
Nou, ik wil niet op de zaken vooruit lopen, maar dit houd ik wel even vol.
Omdat de harde wind op de open voorkant van mijn hokje stond deed ma Tok er een vuilniszak voor.
Toen was het gezellig donker binnen en ik sliep heerlijk.

Volgende week hoort u hoe het verder ging met mijn poot.


vrijdag 13 december 2019

LazaRus' koninkrijk


LazaRus:

Het is me wat hier in mijn Tok-tuin.
Er worden momenteel meerdere talen gesproken en ik moet natuurlijk alles in de gaten houden, anders kan ik mijn koninkrijk niet regeren.
Gelukkig heb ik nogal een talenknobbel, zodat het allemaal binnen de perken te houden is.
Nee, ik vertel u niet waar hij zit, die knobbel van me, anders zou hij nog gestolen kunnen worden en dan gaat het mis hier.

wijlen Kenau



wijlen Desiree en Geertrui








wijlen Katie













Ik moet u zeggen dat ik het best druk heb met de directie van mijn harem. Ik had weer twee hennen erbij gekregen nadat Desiree, Kenau en Geertrui waren verscheiden, maar één van deze twee nieuwen was al snel weer verdwenen.
Ook overleden, ja.
Het arme dier, ze was nog jong en heel mooi.

Jenny en Yvonne
Maar goed, ik heb nu nog steeds zeventien dames tevreden te houden en eigenlijk is dat wel genoeg. Ma Tok heeft gezegd dat er nog een keer een nieuwe hen komt, die dan ook weer Katie gaat heten, net zoals die mooie bruine meid, die maar zo kort hier heeft gewoond.
Ik wacht het wel af, voorlopig heb ik genoeg te doen.
Het lijkt hier zo langzamerhand België wel, als er maar geen taalstrijd van komt met dat Nederkips en dat Leids.

Ik zag gisteren Jenny staan
smoezen met Yvonne en Yvette en daarna schaterden ze alle drie van het lachen.
de 2 schooljuffies met 2 van hun leerlingen
Even later zaten ze braaf in de "klas" bij Daantje en Dirkje, die hun taak heel ernstig op lijken te vatten. Zouden die twee toch nog ergens voor gaan deugen? De twee grote witten en de ene grote bruine zaten telkens te grinniken, tot het zo erg werd dat Daantje er genoeg van kreeg en dreigde met sluiting van de school.
Even was het rustig, maar toen begonnen ze weer te klieren.
Het leek wel een echte schoolklas. Ik was nieuwsgierig hoe Daan en Dirk dit gingen oplossen, dus ik bleef staan kijken en luisteren.
Wat ik toen hoorde deden mij de
Laza weet niet wat hij hoort
veren te berge rijzen. Dirkje stelde voor om de leerlingen wat "Lèdse scheldwoorrdûh" te leren, maar dat zou alleen doorgaan als ze zich netjes gedroegen.
Het was meteen doodstil in de klas. Ze weten precies hoe ze ondeugende leerlingen moeten aanpakken, die twee boefjes.
Daar kunnen mensenleraren nog wat van leren.
Ik heb maar niet verder geluisterd naar de lelijke woorden die nu ongetwijfeld veelvuldig door Yvonne, Yvette en Jenny hardop uitgekakeld gaan worden, dat vond ik beneden mijn stand. Later bleek dat dat luisteren inderdaad niet nodig was geweest. De woorden "Jûh, mûgool," "Krrèg de teerring" en nog erger vlogen mij al snel om
Laza overlegt met Daantje en Dirkje over de schoollessen
de oren.
Ik vroeg Daantje en Dirkje of er geen betere woorden waren om de leerlingen aan te leren, maar "deze woorrdûh hoorrûh err ook bè," was hun antwoord. Ze hadden de grote hennen beloofd om ze aan het eind van elke les wat lelijke woorden te leren, maar dat zouden ze alleen doen als ze zich de rest van de tijd goed zouden gedragen.
Ik moet toegeven dat ik het een briljant plan vond, maar of ik er zo blij mee moet zijn?
Enfin, Daan en Dirk lijken hun droombaan gevonden te hebben en Yvonne, Yvette en Jenny hebben dikke pret, dat is ook wat waard.

vrijdag 6 december 2019

Vroeg of warm?


Annette:

Vindt u dat ik op Pippa lijk?
Ma Tok vindt het altijd moeilijk om ons uit elkaar te houden.
De rest van de familie heeft daar geen enkel probleem mee.

Annette en Pippa
Ik denk dat dat komt omdat wij kippen niet alleen naar het uiterlijk kijken maar ook naar het innerlijk.
En de scharrelwijze van elke hen is anders. Voor mensen lopen wij allemaal hetzelfde, maar wij hennen weten wel beter.
We onthouden ook de verschillende gezichten, waarbij wij op andere details letten dan u.
Veel mensen kunnen Yvonne en Yvette niet van elkaar onderscheiden. Ik denk dat ze alleen maar zien dat ze allebei groot en wit zijn met een rode kam.
Oké, hun kammetjes zijn op dit moment lichtroze door de kou, maar dat zijn die van ons allemaal. Alleen Laza loopt nog met zijn grote rode kam en lellen door de tuin. Hoe hij dat voor elkaar krijgt weet ik niet.
Ma Tok geeft ons elke week een dag vitamines door ons drinkwater omdat we zo bleek zien. Daantje en Dirkje vinden dat gele water niet lekker, ze gaan altijd op zoek naar "rregenwatûrr," zoals ze dat noemen. Maar ma Tok heeft hen wel door en omdat ze wil dat de twee boefjes ook hun nodige vitamientjes
Daantje en Dirkje op zoek naar regenwater
binnenkrijgen zorgt ze altijd dat er nergens plasjes water meer liggen als ze de drinkbakken vult.
Daan en Dirk staan boos toe te kijken hoe ze het deksel van de voerton bij Soestdijk omkeert, zodat daar niets meer te halen valt. Ze stellen zich vreselijk aan als ze een slokje nemen uit de drinkbak. "Blèh! Wat smeerrug!" hoor ik ze dan kakelen. Maar ondertussen drinken ze gewoon net zoveel als anders.
Yvonne vraagt aan Jenny om een hapje uit de etensbak
Jenny begint trouwens al aardig mee te doen met Daan en Dirk en nu ook Yvonne en Yvette Leidse les krijgen is het nu en dan een gekakel van jewelste.
Als je niet helemaal goed luistert hoor je alleen maar "Rrrrr..rrrrr..rrrrrr..rrrrrr."
Ik vraag me af of ze elkaar echt verstaan of dat ze maar doen alsof. Jenny liep gisteren vreselijk te lachen om iets wat Yvonne tegen haar had gekakeld, ze vertelde het aan Daan en Dirk, die ook niet meer bijkwamen. Yvette wilde weten waar het om ging, dus Jenny zei dat Yvonne haar had gevraagd om "ûn happie lekkerrrrs oet de vrrrretensbak." Ik zag de lol er niet
Jenny met haar hokgenoten
zo van in, maar de vijf "Lèdsen" hadden de hele verdere dag de slappe kakellach, vreselijk!
Als ze elkaar tegenkwamen begonnen ze alweer te snikken. "Oet," kakelden ze telkens en toen begreep ik pas dat dat geen goed Leids woord was en dat ze daarom zo lachten. Ik had meer gedacht dat het om de "vrrrretensbak" ging, maar dat vonden ze blijkbaar normaal.
Jenny lijkt helemaal over haar verdriet om het overlijden van Katie heen te zijn. Ze schatert tenminste net zo hard mee als de anderen.
Ze hoort echt bij de andere twee legkippen, Yvonne en Yvette.
Lekker warm in het Tok-huis
Zij wonen met hun drieën in Soestdijk, terwijl wij, de anderen, in ons Tok-huis wonen.
Ik denk dat het in Soestdijk kouder is dan in ons huis, maar daar staat weer tegenover dat je vanuit het paleis zelf kunt bepalen hoe laat je naar buiten gaat.
Waarschijnlijk vinden de drie groten dat belangrijker dan warmte, wij horen ze soms al heel vroeg door de tuin scharrelen als wij nog lekker warm tegen elkaar aan op de stok zitten te soezen. Geef mij de warmte dan maar, die kies ik boven het vroege opstaan. Vooral in de winter als het laat licht wordt en je zo heerlijk nog even kunt nagenieten van je warme plekje.

vrijdag 29 november 2019

Privé-les of schoolklas?


Jenny:

Mijn vriendin Katie is er niet meer.
Ze ging het mensenhuis in en ze kwam er niet meer uit.
Ma Tok zegt dat ze nu onder ons woont, diep in de tuin.
Ik vind dat een beetje raar, maar toch ook wel mooi: zo is ze toch niet ver weg.

Jenny en Katie waren altijd samen
Ik heb mijn hele leven met haar samengewoond en dan is het wel wennen als je maatje opeens niet meer vlakbij je is.
Gelukkig slaapt Yvonne nog steeds bij mij in Soestdijk. Yvette doet dat ook weer, sinds het verdwijnen van Katie. Eerst had ze maar een paar nachten bij ons geslapen en toen was ze het zat. "Ik ga weer terug naar het Tok-huis," zei ze. "Wat jij doet moet je zelf maar weten." Dit laatste tegen Yvonne, die ervoor koos bij Katie en mij te blijven logeren. Daar ben ik nu heel blij om, anders had ik toch helemaal in mijn uppie in mijn paleis gewoond. En een paleis is mooi, maar alleen wonen is niks voor een kip.

Jenny met Daantje en Dirkje
Zo ben ik ook blij met mijn twee nieuwe vriendinnetjes Daantje en Dirkje. Zij geven mij nog steeds les in de edele "Lèdse" taal en ik moet zeggen dat ik het erg lollig vind met die twee. Wat een heerlijke ondeugden zijn ze.
Ik heb een paar dagen privé-les gekregen, maar nu komen Yvonne en Yvette er ook telkens bij, zij vonden het ook tijd om een vreemde taal te leren, kakelden ze. En nu is het dus weer een echt schooltje geworden. Met als vreemde karaktertrek dat de leraressen ondeugender zijn dan de leerlingen. Ik denk dat Yvonne, Yvette en ik ook maar wat lessen stoutheid moeten volgen, dan
Geertrui zaliger
wordt het vast een heel gezellige boel hier in de tuin.
Daantje en Dirkje hebben mij verteld over hun goede leerdame Geertrui, die hen Leids en streken heeft bijgebracht. Wat ontzettend jammer dat ik die Geertrui nooit heb mogen ontmoeten. Zij schijnt ook onder de Tok-tuin te wonen. En haar tweelingzus ook, maar ik denk dat er van haar alleen nog wat botjes over zijn, of helemaal niets meer, dat kan ook.
Wij kennen intussen al aardig wat Leidse woorden en uitdrukkingen en als we in de tuin Daantje of Dirkje tegenkomen begroeten we elkaar met "Hé jûh!", en dan lopen we weer vrolijk verder. Yvette riep een keer "Goeiemorrûgûh" naar
Laza is zorgzaam naar Jenny
mij, daar moest ik errûg (oeps) om lachen. Er is zo toch weer meer vrolijkheid gekomen in de Tok-tuin. LazaRus kwam bij mij kakelen om te vragen of ik het wel naar mijn zin had hier, vooral omdat ik nu zonder Katie verder moet, dat vond ik erg zorgzaam van hem. Hij is een heel goede haan, die op al zijn hennen let en ze moed inkakelt als dat nodig is. Zo schijnt hij ook voor Daantje en Dirkje te hebben gezorgd toen Geertrui was overleden. Ik had nog nooit een haan als leider van een kippenfamilie meegemaakt, maar ik zie het fijne er nu wel van in. Natuurlijk kunnen hennen ook wel voor zichzelf zorgen, maar een haan
LazaRus aan het hoofd van de familie Tok
aan de kop van een familie is een extraatje.
Ik voel me hier helemaal veilig, met een net boven ons hoofd tegen de roofvogels en een haan die alles in de gaten houdt.
Ik ben goed terecht gekomen, jammer dat Katie maar zo kort hier heeft kunnen wonen.
Maar als ik Ma Tok mag geloven zal de volgende kip die hier komt weer Katie genoemd worden, omdat mijn Katie hier veel te kort is geweest. Katie2 zal deze nieuwe hen gaan heten. Ma Tok kon me alleen niet vertellen hoe lang het nog gaat duren voordat we die kip mogen begroeten en ook niet hoe ze eruit gaat zien.
Dat laat ik maar aan haar over.


vrijdag 22 november 2019

In memoriam: Katie


Ma Tok:

Katie kwam bij ons wonen in september van dit jaar.
Ze kwam hier samen met haar vriendin Jenny, de twee waren al hun hele leven bij elkaar.

Katie (links) en Jenny toen ze net in de Tok-tuin waren gearriveerd
Hoe ze hier kwamen kunt u lezen in "Familie-uitbreiding" het verhaaltje van vier oktober en in "Jenny en Katie (1) en (2), de verhaaltjes van de weken daarop.

Katie met haar verband
Zoals in het laatste verhaaltje, verteld door Xara, al bleek was er iets aan de hand met Katie. Ze werd steeds aangepikt door Jenny en waarschijnlijk ook door de andere kippen. Dat kwam omdat ze een paar wondjes had, die steeds groter werden door dat gepik.
En ik denk dat ze al eerder iets onder de leden had, waardoor ze zich niet goed kon verdedigen.
Katie in haar doos in de kamer
Omdat de door mij aangelegde verbanden steeds van hun plaats gleden heb ik haar naar binnen gehaald. Ze was toen al behoorlijk ziek, wilde niet eten of drinken, zelfs een meelwormpje ging er niet in. Ze had het ook koud, dus op aanraden van mevrouw Angelique zette ik haar in een doos in de kamer, waar ze ging zitten suffen.
Ik heb haar water met vitamines met een spuitje in haar snavel gegeven en een geklutst eitje en omdat haar krop niet leeg ging later ook nog wat yoghurt.
Ik belde Hoogendoorn, die een sterk anti-wormmiddel opstuurde, omdat ze misschien wormen zou hebben. Ze was namelijk broodmager geworden en dat gebeurt bij een worminfectie altijd.
Katie (voorop) en Jenny met Yvonne in betere tijden
Toen ze de eerste nacht had overleefd kreeg ik weer een beetje moed, maar omdat ze niet opknapte heb ik haar, op aanraden van mevrouw Angelique, toch meegenomen naar de dierenarts.
Hij had geen dienst maar wilde toch wel even naar haar kijken. Geweldig!

Haar krop zag er inmiddels opgezwollen en een beetje rood uit.
De dierenarts opende de krop en haalde hem leeg, dat ging allemaal prima, maar tijdens het hechten gaf Katie plotseling de geest.

Katie in de Tok-tuin, waar ze maar zo kort heeft mogen wonen
Ik heb haar meegenomen naar huis en haar in de Tok-tuin begraven, zodat ze toch nog vlakbij Jenny en de andere familieleden is.

Vaarwel lieve Katie, we zullen je nooit vergeten.

dinsdag 19 november 2019

Een droevig bericht


Ma Tok:

Tot mijn grote droefheid moet ik u mededelen dat Katie Tok is overleden.
Zij heeft slechts kort deel kunnen uitmaken van de familie Tok.

A.s. vrijdag kunt u haar in memoriam lezen.

vrijdag 15 november 2019

Schoolziek?


Xara:

Jenny en Katie gaan elke dag bij Daantje en Dirkje op Leidse les.
Ik geloof dat ze het nog leuk vinden ook.

Xara en Kenau toen ze net in de Tok-tuin waren komen wonen 
Nou, ik pas ervoor, elke dag naar school.
Ik heb na mijn kuikentijd een paar jaar bij mevrouw Wies gewoond. Omdat zij onderwijzeres is heeft zij mij keurig ABK (Algemeen Beschaafd Kips) leren kakelen en daar houd ik mij aan. Ik wil haar niet teleurstellen door ook plat Leids te gaan tokken.
Ik moet toegeven dat het wel heel grappig klinkt als Daantje en Dirkje samen aan het kletsen zijn, ik moet soms moeite doen om ze te verstaan, maar ze hebben eigenlijk altijd lol, die twee.
Ik hoop dat Jenny en Katie door
Jenny en Katie met hun juffen Daantje en Dirkje
hun lessen snel helemaal ingeburgerd zullen zijn, al moeten ze hun nette spraak niet vergeten, anders kan mevrouw Angelique hen niet meer verstaan. Stel je voor dat zij een keer hier in de Tok-tuin zou komen kijken hoe het met Yvonne en Yvette en Jenny en Katie gaat en dat dan blijkt dat ze haar bruine beschermelingen niet meer kan begrijpen. Wat ik mij verder afvraag is of Daan en Dirk hun ondeugende streken ook zullen overdragen op hun twee leerlingen. Dan zou het hier een dolle boel worden. Ik houd mijn hart vast...

Katie in het mensenhuis
Katie is trouwens in het mensenhuis geweest, ik zag ma Tok haar oppakken en meenemen naar binnen.
Toen ze weer terugkwam zette ma Tok haar in het nachthok van Soestdijk.
Zou Katie ziek zijn?
Ik wilde bij haar gaan kijken maar toen kwam zij net naar beneden om weer in de tuin te gaan scharrelen.
Ik zag eerst niets vreemds aan haar, maar dat komt omdat zij zo groot is en ik zo klein. Later, toen ze wat verder van mij afstond, zag ik dat er iets om haar vleugels zat.
Wat was dat nu weer?
Ik scharrelde naar haar toe en vroeg haar wat er in het mensenhuis met haar gebeurd was. "Ik heb al een hele poos een zere plek aan het begin van mijn vleugels. Er groeit geen veer meer op en het is nogal rood, zegt Jenny. Zelf kan ik het niet goed zien, maar Jenny begon aan mijn plek te pikken en te trekken en dat was niet fijn. Ze ging dat elke avond doen als we op stok zaten en ook al zei ik dat ze ermee moest ophouden, ze ging gewoon door.
de verbonden vleugel van Katie
Vanochtend zag ma Tok Jenny in mijn rug pikken en toen nam zij me mee het mensenhuis in. Ik was daar nog nooit geweest, jij wel?"
Ik antwoordde dat ik het huis alleen van de buitenkant kende, maar dat er altijd iets aan de vleugel was als ma Tok een kip mee naar binnen nam. Soms duurde het dan heel lang voordat ze weer naar buiten kwam, maar bij Katie was haar uitstapje maar erg kort geweest.
"Hoe is het daar binnen?" vroeg ik nieuwsgierig. "Heerlijk warm," kakelde Katie "en pa Tok was er ook. Ik mocht bij ma op schoot zitten en ze smeerde iets op mijn zere plekken en daarna deed ze iets om mijn vleugels heen. Niet om mijn hele vleugels, om een paar pennen maar. Het zit wel een beetje strak, maar ma Tok zei dat het nodig was omdat Jenny er nu niet meer bij kan en anders wordt het nooit beter. Ik hoop dat het helpt, want pijn is niet fijn."
Ik was het helemaal met haar eens en ik ben er vast van overtuigd dat Katie snel weer helemaal gezond zal zijn met mooie veren op haar kale plekken.

Ma Tok: zo gemakkelijk ging het allemaal niet, u kunt hierover lezen in het volgende verhaaltje.

vrijdag 8 november 2019

Leidse les


Daantje en Dirkje:

Wè hebbûh ut weerr naarr onsûh sin hierr in de têun.
Niet datteme Geerrtrrêu verrgetûh sèn, maarr ût begint te wennûh, sulleme maarr seggûh.

Jenny en Katie voelen zich thuis in de tuin




Die twee nieuwe brrêune mèdûh sèn ook een goeiûh aflèding, al sèn se wel wat saai.
Se lopûh hierr doorr de têun alsof se hierr altèd gewoond hebbûh.
Dat is natuurrluk de bedoeling van ma Tok, dattese sich hierr thêus voelûh, maarr wè willûh se daarr grraag nog een vleugeltjûh bè hellûpe.





Daantje en Dirkje en Katie en Jenny
Daantje: "Hé, grrote brrêune, hoe gaat ut met jûh?"
Katie: "Wat zeg je, kleine kip, ik versta je niet. Kom jij uit een ander land of zo?"
Dirkje: "Nee jûh, wè sèn juist echtûh Lèdse glibberrtjes, jè komt êut un anderrûh plaats, waarr iederreen bekakt prraat, net so as jullie."
Daantje: "As jullie hierr willûh blèvûh wonûh moettûh jullie ook Lèds verrstaan, hoorr!"
Jenny: "Versta jij wat ze zeggen, Katie? Ik kan er geen touw aan vastknopen."
Katie: "Ik ook niet, zullen we het
Yvonne is er bij geroepen als tolk
eens aan Yvonne vragen, die praat tenminste normaal en zij kent alle kippen hier in de tuin."
Daantje: "Hihihi, Dirruk, se verrstaan ons niet eens, wat un sukkels."
Dirkje: "Zullûh wè Yvonne evûh rroepûh voorr jullie?"
Daantje: "Hé, grrote wittûh Yvonne, kom us eevûh hierr, deze brrêune meidûh hebbûh je hullup nodig."
Katie: "Begrijp jij wat deze twee kleintjes zeggen, Yvonne? Wij snappen er niets van."
Yvonne: "Ja hoor, ik versta ze wel, al is het soms met enige moeite. Ze praten zo plat Leids dat je wel wat tijd nodig hebt om te begrijpen wat ze zeggen. Zal ik voor tolk spelen?"
Dirkje: "Hè, ut was jêust so lollig
Daantje en Dirkje worden lerares
dattese ons niet verrstondûh. Maarr voorrêut dan maarr, verrtaal jè maarr watteme seggûh."

Daantje en Dirkje:

Voorr ons was de lol err een beetjûh van af toen Yvonne aan die twee grrote brrêune ging êutleggûh watteme sèdûh, maarr wè haddûh toch weerr evûh kunnûh lachûh. Yvonne herrhaaldûh keurrug wat wè zèdûh en de grrote brrêune kippûh lachtûh zich un ongeluk om ons Lèds.


wijlen Geertrui zou trots zijn op haar leerlingen
Dat haddûh wè niet verrwacht, we dachtûh dattese op ons zoudûh
neerrkijkûh vanwege onse taal.
En onse verrbazing werrd nog grroter toen Jenny en Katie ons vrroegûh of wè hen ook Lèds wildûh leerrûh prratûh.
Geweldig!
Als Geerrtrrêu dat nog eens had mogûh meemakûh, wat zou se trrots op ons sèn geweest.

En nu gaan wè, Daantjûh en Dirrkjûh Tok, dus les gevûh in de edele Lèdse taal aan twee enorrme brrêune hennûh.
Wè hellepûh sodoende mee aan de oplossing van ut leerraarrentekorrt.
En dat is meerr dan de overrhèd doet.

vrijdag 1 november 2019

Tok- en Tuinregels


Barbara:

Het is wat moeilijker geworden voor ons, Babette en mij, hier in de tuin.
Hoe dat komt?
Door die twee grote nieuwe dames.

Katie stuurt Barbara weg
Zij zijn hier nog maar net en nu al werd ik pas gewoon weggestuurd door die ene met die kale plek op haar rug, Katie heet ze.
Ik vond dat behoorlijk brutaal, maar omdat ze zo groot is ging ik toch maar een stapje opzij.
Ma Tok, die het zag, zei tegen Katie dat dat niet de bedoeling was, dat iedereen hier dezelfde rechten heeft, groot of klein en bruin, wit of zwart. Of een mengsel daarvan, dat hebben we hier ook tenslotte.
Katie trok zich niet veel aan van ma Tok, maar ik kreeg stiekem een paar extra wormpjes van haar.
"Ze leert het wel," zei ze tegen mij,
Katie en Jenny in Soestdijk op stok
"ze heeft een moeilijke tijd achter de rug waarin ze heeft moeten vechten voor haar eten." Tja, dan ga je vast raar doen, dat kan ik wel begrijpen, maar ze moet het toch afleren als ze bij de familie Tok wil horen. Anders moet ze maar weer worden opgesloten in Soestdijk.
Zij en Jenny slapen gelukkig nog wel in hun paleis, dus in de nacht kunnen ze ons niet dwars zitten.
Ik vroeg me al af hoe lang het zou duren voordat ze ook bij ons in het Tok-huis zouden komen overnachten, maar er is iets heel onverwachts gebeurd. Ma Tok kwam erachter toen ze ons kwam tellen voordat ze onze huisdeur ging sluiten voor de nacht. Ze telde en ze telde nog een keer en nog
Yvonne met Jenny en Katie in Soestdijk
eens, maar ze kwam niet tot zeventien. Er miste een kip.
Ze ging ons allemaal bij de naam noemen om te zien wíe de vermiste was en dat hielp: Yvonne zat niet in het huis.
Ma Tok keek in de tuin, maar ze zag geen grote witte vlek, die een hen zou kunnen zijn. Het was al behoorlijk donker, vandaar. Plotseling ging haar een licht op en ze liep naar Soestdijk, waar ze met haar zaklamp door het raampje naar binnen scheen. En ja hoor, daar zaten niet alleen Jenny en Katie, maar ook Yvonne gezusterlijk op de stok.
En drie avonden later had ook Yvette zich bij de andere grote
gezellig met z'n vieren
kippen aangesloten, zodat Soestdijk nu door vier grote dames wordt bewoond.


Waarom de twee grote witte meiden zich bij de grote bruine hebben gevoegd weet ik niet, maar ik vind het wel prettig dat ze niet bij ons slapen. Nu hebben wij geen last meer van hun grote lijven als we 's morgens wat willen snavelen, ze stonden altijd in de weg bij de voersilo.





de ren (hier nog voor Soestdijk)

Ma Tok heeft trouwens de ren vóór Soestdijk weggehaald, die is daar niet meer nodig nu Jenny en Katie vrij zijn.
De ren staat nu een eindje verder
de tuin in, als een soort schuilplek voor ons als het regent.
Dan hoeven we niet per se naar
binnen te gaan om droog te blijven, we kunnen onder het plastic dak van de ren droog zitten.
Alleen als het erg hard waait worden we daar toch nat, maar we hebben ook de struik nog om te schuilen. En ons huis natuurlijk.