Xara:
Ik ben blij!
En weet u waarom?
Ons Tok-huis is vorige week helemaal schoon gemaakt.
mevrouw Wies met de eitjes van de familie Tok |
Wie het dan wel heeft gedaan?
Een goede bekende van mij, mevrouw Wies!
Ik vond het helemaal geweldig om haar weer te zien, wat was dat lang geleden!
Ze heeft heel hard gewerkt hier in de Tok-tuin. Ma Tok hielp ook wel een beetje mee, maar de echt grote dingen kon zij niet doen met die rare arm.
Toen ze eindelijk klaar was kreeg ze natuurlijk eieren mee van ons, een doos met grote van Sandra en Saartje en een doos met kleintjes
van de rest van de familie Tok.
mevrouw Wies bij Soestdijk, met Sandra op de achtergrond |
van de rest van de familie Tok.
En deze week kwam mevrouw Wies alweer hier in de tuin, deze keer heeft zij Soestdijk een goede beurt gegeven. Nu zijn Sandra en Saartje ook weer blij, ze gingen die avond extra vroeg naar binnen om lang van hun fijne schone hok te kunnen genieten.
Onze behuizingen zijn nu weer lekker schoon, alleen die nare plaagbeestjes, die bloedluizen, blijven maar komen, hoeveel spuitbussen er ook worden leeggespoten en hoeveel kruidendrankjes wij ook krijgen.
Ma Tok heeft beloofd dat ze Hoogendoorn gaat bellen om te vragen of er niet een andere manier is om van die ellendelingen af te komen.
v.l.n.r.: Xara, Reina en Kenau |
de muizenvangbak |
Dat is onrustig, maar daar zijn wij al redelijk aan gewend. En het worden er niet meer, gelukkig.
Dat komt door die glimmende bak, die in de tuin staat. Daar gaan de muizen in en dan komen ze er niet meer uit.
Waar ze blijven?
Nu en dan komt er een meneer om die bak open te maken en dan schept hij er dode natte muisjes uit. Ik heb dat een keer gezien toen ik in de buurt stond; het was een naar gezicht, dus ik blijf voortaan op een afstandje als die man komt. Afgelopen week was hij er weer, die man, er zaten zeventien muisjes in de bak hoorde ik hem zeggen.
Of ik medelijden heb met die muizen?
Niet echt, ze zijn zelf toch zo dom om erin te gaan en ze weten ook dat je er niet meer uit komt. Tenminste, dat kunnen ze weten, want er is er nog nooit één teruggekomen. Waarom ze er dan toch in gaan? Ik denk dat ze iets lekkers ruiken waar ze geen weerstand aan kunnen bieden.
Of misschien zijn muizen gewoon dom, dat kan ook.
Wat lief dat Wies heeft helpen schoonmaken!
BeantwoordenVerwijderen