vrijdag 12 januari 2024

Bericht uit het binnenland

 

Willeke:

U vraagt zich misschien af hoe het nu met mij gaat hier in het mensenhuis.

Willeke mist de andere kippen van de familie Tok
Nou, dat zal ik u vertellen. 
Het gaat wel iets beter dan toen ik hier net kwam in dit hokje, maar het houdt nog steeds niet over. 
Ik zou zo graag willen dat ik me weer helemaal beter zou voelen en dat ik weer lekker zou mogen scharrelen in de tuin, al mijn vriendinnen weer zien en lekker samen kakelen. Maar ma Tok zegt dat ik geduld moet hebben en goed moet eten en drinken, dan kan het allemaal weer goed komen. 
Ik heb het hier best goed hoor, lekker warm en goed eten, maar ik
alle spullen voor Willeke's behandeling
mis de anderen zo erg. Ma Tok zegt dat ze dat begrijpt maar dat ze er ook niet meer aan kan doen dan wat ze nu al doet. Ik krijg elke dag een behandeling, ik word dan uit het hokje getild en ma Tok gaat met mij op schoot bij de tafel zitten. Op die tafel liggen alle benodigdheden al klaar en ma Tok heeft een kippenschort voor en blauwe plastic handschoenen aan. Ze gaat eerst mijn kop een beetje schoonmaken met een vochtig  wattenschijfje en soms ook met een wattenstokje. Dat laatste gebruikt ze om mijn neusgaten te reinigen, daar zit elke dag weer nieuw snot in. En ze duwt zachtjes op de bulten bij mijn ogen, waar dan slijmerig vocht uitkomt; dat loopt via mijn net geopende neusgaten naar buiten. Soms komt er ook wat van dat spul in mijn
Willeke in haar hokje in de keuken

snavel, dat spuug ik snel uit want het smaakt niet bepaald lekker. Daarna doet ze zalf in mijn oogjes en ook een klein beetje in mijn neusgaten en dan gaat ze me laten drinken. Dat gaat met een spuitje zonder naald, ze spuit heel voorzichtig telkens een klein beetje in mijn snavel en ik slik het door. Er zitten vitamientjes in dat drinkwater en ook een beetje spul om mijn ademhaling makkelijker te maken. Als het spuitje leeg is maakt ze mijn kop weer schoon (we knoeien altijd nogal bij het drinken) en dan mag ik weer terug in mijn hokje. Daar staat dan een bakje met schoon drinkwater voor mij klaar en ook mijn etensbak is bijgevuld. Ma Tok pakt nog even de
Geertje, de wit met rode poes

poepjes uit de bodembedekking en dan kan ik er weer een dag tegen. 
De poezen komen soms bij mij kijken, vooral de oranje met witte is in mij geïnteresseerd; zij vraagt hoe het met mij gaat en ik antwoord dat het nog niet erg opschiet. 
We kunnen elkaar redelijk verstaan, al moet ik kakelen dat ze sommige woorden een beetje raar uitspreekt, het lijkt wel op het Leidse taaltje dat Daantje en Dirkje vroeger bezigden. Maar ik ben allang blij dat ik wat aanspraak heb, dus ik zeg er niets van. 
De zwarte is een beetje verlegen denk ik, die loopt altijd snel langs mijn hok en zegt niets. 

Youri, de zwarte kater
Ik nies ook nog best vaak, toen de kleinkuikens van ma Tok hier waren kwamen ze steeds kijken wat dat voor geluid was. En ik hoorde iemand zeggen dat hij nog nooit een kip had horen niezen, nou dan was dat de eerste keer. 
Ik hoop dat ik een volgende keer beter nieuws voor u heb, ik doe mijn best en ma Tok ook, maar het duurt nu wel heel erg lang.

2 opmerkingen:

  1. Aan de zorg ligt het niet, Willeke! Beter worden hoor, over een tijdje is het voorjaar, dan kun je weer heerlijk in de zon lopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Al die extra aandacht!!
    Kippen intensive care unit 🙂
    Beste wensen vanuit Tasmania 💐

    BeantwoordenVerwijderen