vrijdag 14 september 2018

Grroot gevaarr


Xara:

Ik ben hier nu alweer een hele poos terug in de Tok-tuin en ik ben al bijna vergeten dat ik lang ergens anders heb gewoond, bij mevrouw Wies. Mijn broedmoeder, Pippa, is er ook al helemaal aan gewend dat ik weer bij haar in hetzelfde huis woon. En mijn papa Laza ook.

Xara tussen Daantje en Dirkje in op de stok
Met alle kippen heb ik een vriendinnen-relatie, maar er zijn er twee waar ik maar geen hoogte van kan krijgen.
Dat zijn Daantje en Dirkje, hoe raadt u het zo?
In de eerste plaats moet ik me inspannen om hen te verstaan, ze kakelen zó plat Leids dat het wel een andere taal lijkt.
En dan halen ze ook nog allerlei gekkigheid uit.

Gisteren was het weer zover.
Ik was net met Floortje aan het zandbadderen achter in de tuin toen Daantje luid schreeuwend op ons af kwam rennen.
Xara en Floortje aan het zandbadderen achterin de tuin
Wat ze riep kon ik niet zo één-twee-drie verstaan, maar Floortje wel en zij zei dat we allemaal snel het huis in moesten gaan omdat er groot gevaar dreigde. Ik keek om en zag iedereen inderdaad het huis binnen rennen, Laza stond bij de deur te wachten tot iedereen binnen was en toen bracht hij zichzelf ook in veiligheid.
"Zo," kukelde hij, "vertel nu maar eens wat er aan de vleugel is." Daantje en Dirkje keken elkaar aan en begonnen allebei tegelijk opgewonden te kakelen.
Dirkje vertelt over de grote vogel
"Zo versta ik er niets van," zei Laza, "Dirkje, vertel jij het maar en niet zo snel kakelen en probeer nu eens een keer normaal te doen en niet zo Leids." "Dat kan ik niet," kakelde Dirkje en iedereen begon te lachen, ondanks de spanning, omdat er nu geen enkel Leids woord uit haar snavel was gekomen.
"Ehhh..." ging Dirkje verder, "Daan en ik zagûh een hele grrote vogel overr de têun vliegûh en daarr schrrokkûh wè enorrm van."
Nu begon iedereen door elkaar te kakelen en het was een herrie in het huis dat horen en zien je verging. Ma Tok kwam zelfs
het overspanningsnet
aanrennen om te kijken wat er aan de hand was, maar toen ze zag dat we gewoon allemaal stonden te kakelen en er verder niets akeligs was ging ze weer haar eigen huis in.
Laza keek Daantje en Dirkje aan en zei: "Maar jullie weten toch net zo goed als alle leden van de familie Tok dat er een groot net over de tuin gespannen is en dat er dus helemaal geen roofvogels hier kunnen komen?"
"Ehhh... ja, nu jûh het zegt, maarr dat waarrûh wè effe verrgetûh, wè schrrokkûh zo verrschrrikkulluk van dat enorrûme dierr dat wè alleen nog maarr dachtûh aan de kippûh-
de grote vogel van Daantje en Dirkje
noodkrreet."
Laza keek de twee hennetjes aan en zei streng: "Hoe komt het dan dat alleen jullie die vreselijk grote vogel hebben zien overvliegen? Of heeft iemand anders hem ook gezien?" Niemand zei iets en Daan en Dirk keken naar de grond.
"Ehhh...," begon Daantje, "misschien was het wel geen grrote vogel..." "...maarr een strraaljagerr," vervolgde Dirkje. Daarop begon Geertrui te giechelen en toen konden de
Geertrui, lerares in de ondeugd-wetenschappen
twee ondeugden zich niet meer inhouden. Ze schaterden van het lachen, ze rolden om en gierden het uit. "Het was zo lollig om iederreen naar binnûh te zien hollûh voorr niks," hikten ze. "Dus jullie hebben ons voor de gek gehouden," kukelde Laza met een boze stem, maar ik zag dat hij zijn snavel krom trok om niet te moeten lachen.
"Kennen jullie het verhaal van de kip, die telkens riep dat de vos eraan kwam?" vroeg hij.
"Nee, maarr dat willûh wè grraag hoorrûh," zeiden de boefjes. "Goed, vanavond als het stok-tijd is zal ik het vertellen," bromde Laza en hij draaide zich snel om om zijn snavel te kunnen ontspannen en een grote grijns op zijn gezicht te laten komen. En die avond hoorden wij allemaal het spannende verhaal voor het slapen gaan.

2 opmerkingen: