Pavlova:
Ik ben nu al een hele tijd hier in deze tuin en ik kan wel zeggen dat het mij hier goed bevalt.
Nikolaas en Pavlova in het Loo |
Verder zijn de hennen ook best aardig tegen mij, dat valt me alles mee.
Eerst was ik bang dat ik er nooit bij zou gaan horen, maar dat liet ik niet blijken.
Ik sprak Katie2 dan ook aan alsof ik me ver boven haar verheven voelde; ik geloof dat zij dat wel kon waarderen, ze doet helemaal niet lelijk tegen me.
Pavlova spreekt Katie2 aan |
Of ik me inderdaad verheven voel boven de anderen? Nee hoor, ik ben heel gewoon gebleven, al zeg ik het zelf. Ik wacht netjes mijn beurt af als er lekkers gestrooid wordt en ook verder gedraag ik mij keurig.
Ik weet hoe het hoort, dat heb je als je blauw bloed hebt.
Ik zit gewoon tussen de andere hennen op de stok 's nachts, dat is lekker warm. Wel zit ik meestal met mijn gezicht de andere kant op dan de anderen.
Waarom ik dat doe?
Ik weet het eigenlijk niet.
Pavlova achterstevoren op de stok (2e van rechts) |
Ik zie de tsaar regelmatig hennetjes treden, dat is goed, daar zullen vast mooie kuikentjes van komen.
Of ik al broedse neigingen heb?
Nee, ik niet, maar Floortje wel. Zij is mijn negatief, zou je kunnen zeggen. Ze is helemaal zwart, inderdaad. Ze zit tegenwoordig vaak in het legnest, op het kalkeitje
dat daarin ligt.
Floortje in het legnest |
Soms ligt er ook een echt eitje bij, maar dat wordt door ma Tok elke dag weggehaald en naar de grote schuur gebracht. Daar bewaart zij onze eitjes tot zij ze nodig heeft, zegt ze. Ik vind dat prima, er moeten nu toch nog geen kuikens komen, het is nog veel te koud. Kuikens hebben nog geen aaneengesloten verenpak, alleen maar dons, daar dringt de kou zo doorheen. En ze kruipen natuurlijk niet uit hun ei om vervolgens de hele dag onder hun moeder te gaan zitten.
Of ik ga broeden als het lente wordt? Dat weet ik nog niet.
Ik heb het nog nooit gedaan, ik heb gehoord dat je daarvoor in een
soort van roes moet raken, ma Tok noemt dat de "broedroes".
lege eierdozen gespaard door de collega's van ma Tok's dochter |
soort van roes moet raken, ma Tok noemt dat de "broedroes".
Zij geeft onze eitjes vaak weg aan buren of aan haar dochters en zoon. Eén van die dochters geeft de eitjes dan weer door aan haar collega's. Gelukkig zijn niet al onze eitjes bestemd voor uitbroeding, stel je voor, dan zou de Tok-tuin in no time overvol raken.
Omdat ma Tok vorige week een paar wormpjes zag in een poepje van één van ons geeft ze ons nu spul door ons drinkwater, dat die beestjes doodmaakt.
Ik vind het water iets minder smaken, maar het is voor onze gezondheid, dus vooruit maar. Als de kuur is afgelopen krijgen we een week lang vitamientjes in het water, dan smaakt het naar worteltjes.
Ik vind dat best lekker, maar ik hoorde Linda mopperen dat we nooit meer gewoon lekker water te drinken kregen.
Ma Tok zei tegen haar: "Dan drink je toch niet?" Dat was een goeie, want een kip kan helemaal niet zonder drinken, dus Linda moest gewoon met ons meedoen.
O ja, iemand vroeg of ik al schoon was geworden. Ik ben niet meer zo smerig als eerst, maar ik denk dat ik pas helemaal mooi wit ga worden als ik allemaal nieuwe veren krijg.
In de herfst dus. Tot zolang moet u maar tegen mijn bruinige achterkant aankijken (zie de foto boven dit verhaaltje).
Hier al wel Antwerpse baardkrielen eitjes onder de Chabo hen. Er was geen houden meer aan 🤭
BeantwoordenVerwijderen