vrijdag 13 augustus 2021

Wonen in een doos


Olga:

Ik ben ziek. 
En niet zo'n beetje ook. 

Olga in haar doos
Ik woon nu al bijna een week in een doos in de kamer van het mensenhuis. Het kan me niet zoveel schelen waar ik ben op het ogenblik, daarvoor ben ik te beroerd. 
Het begon vorige week vrijdag, toen ma Tok onze deur kwam sluiten. Ze zei: "Ik hoor iemand heel moeilijk ademen, wie is dat?" Omdat ik vooraan zat viel ik al snel door de mand, al probeerde ik heel zachtjes te doen. Ma Tok zei tegen mij dat ze de volgende dag de dierendokter ging bellen, ja, ook al was het dan zaterdag, dit kon niet wachten tot maandag. Daar kon ik het mee doen. 
De volgende morgen was ik al vroeg beneden, ik dacht dat ik dan misschien kon ontsnappen als ma Tok de deur voor ons zou openen, maar dat ging niet door, ze deed de deur maar een klein kiertje open en toen ik langs haar wilde lopen greep ze me beet. Ik was ook niet zo snel omdat ik ziek was, begrijpt u? Ik moest in een kattenvervoerbak en mee in de auto naar de dokter. Die keek naar mijn ogen en deed mijn snavel open;
Olga bij de dierenarts op zaterdag

wat ze daar zag liet haar schrikken, het was helemaal vies rondom mijn tong en ik kon ook niet goed slikken, dat had ik zelf ook al gemerkt. 
Ma Tok had gevraagd of ze medicijnen kon komen ophalen omdat ze precies wist wat ik nodig had, dat had ze van mevrouw Angelique gehoord. Maar de dierenarts wilde mij eerst zien voordat ik die medicijnen kreeg. Ze ging met een pincet in mijn snavel zitten peuteren, maar de taaie gele troep kreeg ze er niet uit. En daarna kreeg ma Tok precies de medicijnen mee die mevrouw Angelique had aangeraden. Sindsdien moet ik elke dag een pilletje slikken en worden
Olga's medicijnen

mijn ogen vier keer per dag gezalfd. En omdat ik niet eet wordt er om de paar uur iets in mijn snavel gestopt door ma Tok. Ze neemt mij dan op schoot en met een spuitje laat ze telkens een klein beetje eten in mijn snavel druppelen. Eerst kon ik helemaal niet slikken, ma Tok haalde met een tandenstoker een paar stukjes van de gele troep uit mijn snavel en toen ging het iets beter. 
de spuitjes voor Olga's eten en drinken
Omdat ik die eerst avond nog niets was opgeknapt gaf ze me nog een extra pilletje, dat deden ze bij mensen ook altijd, zei ze. Ik vond alles best, ik moest al mijn krachten gebruiken om adem te halen, mijn neus was ook verstopt. Ma Tok was de volgende dag blij dat ik er nog was, zoals ze zei en ze ging mij weer een pilletje geven, mijn ogen zalven en ze knipte ook mijn vuile veren rondom mijn kop weg, dat was fijn, want ik voelde me vreselijk smerig. Ik kreeg weer een geklutst eitje in mijn snavel gespoten, heel langzaam en met kleine beetjes tegelijk, maar ik proefde niks, ik probeerde het naar binnen te slikken maar de helft of meer kwam op ma Tok terecht. 
Olga met haar dikke wang
Ik kreeg later ook yoghurt, dat was lekker koel, dat voelde goed in mijn ontstoken keel. En zo gingen de dagen voorbij. Mijn kop en mijn neus werden met warme vochtige doekjes schoongemaakt, dat was vervelend, maar als het klaar was toch wel lekker. 
Maar toen werd mijn rechterwang heel dik, het drukte mijn oog dicht en mijn snavel scheef. Ma Tok voelde aan de dikte en vroeg aan pa Tok of dit een abces was. "Ja," zei pa Tok "en dat moet snel geopend worden om de troep eruit te laten." Dus ik moest weer in zo'n kattenbak, nu naar een andere dierenarts, die zomaar een sneetje
bij de andere dierenarts

in mijn wang maakte. Hij duwde op de dikke plek en toen begon het heel erg te stinken. Tenminste, dat zeiden de mensen, ik rook niks, door mijn verstopte neus. Ik voelde wel dat er iets in mijn snavel liep, dat was bloed en dat werd er later thuis door ma Tok uit gehaald als een vieze korst. Ze had ook instructies meegekregen, die inhielden dat ze het wondje open moest houden en telkens de pus eruit moest halen. 
Ik voelde me even wat beter, maar al snel zat alles weer dicht en ging ma Tok in het gaatje zitten peuteren met een tandenstoker en daarna spoot ze er water in om het schoon te maken. Zij ging ook op mijn wang duwen, au, maar ze zei dat het echt moest, dus ik liet het maar weer toe. 
Olga na de opening van het abces

Omdat het na een paar dagen nog niet echt goed met mij ging belde ma Tok de dierenarts weer, ze vroeg om andere antibiotica, omdat de eerste niet echt hielp. 
Ze kwam net thuis met een flesje, waaruit ik druppels moet slikken. De eerste dosis heb ik al binnen. 
En nu maar hopen dat dit werkt, want het leven in een doos bevalt mij helemaal niet, al hoor ik onze tsaar regelmatig kraaien door de openstaande terrasdeur. Hij doet zijn best om mij te bemoedigen, dat vind ik erg fijn, maar liever ben ik gewoon weer lekker in de tuin bij mijn familieleden.
 

Ma Tok: ik weet dat ik u het vervolgverhaal op het vorige had beloofd, maar de zieke Olga kwam er tussen en dat is nu even belangrijker.

3 opmerkingen: