vrijdag 8 mei 2020

Besmettelijke broedsheid?


Yvette:

Wat zijn die kleintjes toch raar bezig de laatste tijd.

Hannah, Babette en Annette broeden samen
En dan bedoel ik niet alleen de allerkleinsten, de Serama's, maar alle krielkippen. Dat wil dus zeggen: alle hennen behalve Jenny en ik.
Wat ze aan het doen zijn?
Het lijkt wel alsof ze plotseling allemaal broeds zijn. Ze zitten telkens met hun drieën of vieren op de eitjes op het plateau van het Tok-huis. Ik vind het erg overdreven, zoveel warmte is er toch niet nodig om te broeden? Bovendien zie ik ma Tok elke ochtend eitjes uit het Tok-huis halen, dus ik begrijp niet wat ze in hun kopjes hebben gehaald.
Toen ik aan Barbara vroeg wat er
Barbara
aan de vleugel was snauwde ze dat ik daar niks mee te maken had, ik wist als legkip niets af van broeden of broeds zijn.
Nu klopt het wel dat ik nooit broedse neigingen heb gehad, maar ik vond het toch een beetje een gemene opmerking van haar. Ik kan er toch niets aan doen dat ik als legkip uit mijn ei gekropen ben? Jenny zei dat ik me er niets van aan moest trekken, dat een broedse hen nu eenmaal getikt is en niet kan instaan voor wat ze uitkraamt.
Nou, dat zal ik dan maar aannemen. Daantje en Dirkje zie ik nooit bij het broeden helpen. Ik vroeg hen waarom ze niet gezellig bij de anderen op het plateau zaten. Dirkje antwoordde: "Wè kèkûh wel eût, wè sèin niet gek!" Waarop Daantje haar zusje bijviel en
Dirkje (links) en Daantje
kakelde: "Van Geerrtrrêu hebbûh wè geleerrd dat brroedûh stom is en daarr hôudûh wè ons aan."
Ik geloof dat ik die twee meiden steeds aardiger begin te vinden.
Zij houden tenminste hun koppies erbij en dat kan ik van de anderen niet zeggen.
De volgende dag kon ik het niet laten weer te gaan kijken op het plateau. Ik had Barbara buiten zien lopen, dus ik was benieuwd wie er nu op de eitjes zouden zitten. Toen ik boven kwam zag ik Annette en Babette zitten met hun blik op oneindig. Broedend dus. Maar vóór hen lagen nog een paar lichtbruine eieren, die gewoon koud lagen te worden.
Ik weet niet wat er toen over mij
Yvette zit op eitjes
kwam, ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Ik kreeg opeens een soort van drang om die twee kleine eitjes warm te gaan houden. Ik liep er voorzichtig naartoe, ze lagen vlakbij Babette en ik wilde haar niet storen.
En daarna gebeurde alles gewoon vanzelf: ik ging vlak achter de eitjes liggen en met mijn snavel duwde ik ze onder mijn borst, zodat ze lekker in mijn dons warm konden worden. Wat een bijzonder gevoel kwam er nu over mij. Alles in de tuin leek opeens helemaal onbelangrijk, het enige dat telde was het warm houden van die eitjes. Heerlijk, maar één enkel doel in je leven te hebben.
Yvette is in trance
Ik weet niet hoe lang ik daar zo gezeten heb, maar plotseling hoorde ik naast mij de stem van Jenny: "Hé, Yvette, wat is er met je aan de vleugel? Ben je ziek? Kan je je ei niet kwijt? Je zit hier al uren en ik heb je al vier keer geroepen, maar het leek net alsof je me niet hoorde." Ik keek om me heen en toen drong tot me door wat er gebeurd was: ik zat te broeden!
Dat kon toch niet waar zijn?
Ik keek naar buiten door de openstaande deur en zag dat het al donker aan het worden was. Jenny keek bezorgd en ze vroeg of ze  dan maar bij mij moest komen slapen als ik te zwak was om naar het paleis te gaan, ze wilde daar niet helemaal alleen op stok zitten. "Eh..., ik zat een beetje na te denken en ben de tijd vergeten, maar ik kom eraan, hoor," stelde ik haar gerust.
Samen liepen we naar Soestdijk om te gaan slapen. Wat een vreemde dag was dit geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten