Xena:
Ik ben nog steeds heel verdrietig dat mijn lieve vriendin er niet meer is.
Xandra en Xena samen op stok in Soestdijk |
Ik was de eerste avond helemaal alleen naar het nachthok gegaan, maar ik kon niet slapen zonder de aanwezigheid van een hokgenoot. Gelukkig kwam ma Tok mij halen, ze zei tegen me dat een kip nooit alleen moet zijn, dat is niet goed. Toen tilde ze me op en bracht me naar het Tok-huis, waar ze me met enige moeite op een stok zette naast de kleintjes, die daar al zaten.
Het was even wennen, maar het voelde veel fijner dan het eenzame nachthok van Soestdijk. Het zachte gekakel van de anderen klonk vertrouwd en ik voelde me ook veiliger dan in Soestdijk, waar dat vreselijke beest zomaar binnen had kunnen komen.
Xena in het Tok-huis bij de kleintjes |
Het was even wennen, maar het voelde veel fijner dan het eenzame nachthok van Soestdijk. Het zachte gekakel van de anderen klonk vertrouwd en ik voelde me ook veiliger dan in Soestdijk, waar dat vreselijke beest zomaar binnen had kunnen komen.
Ik droomde nog wel telkens van een harde gil naast me en dan zag ik die kat weer aan Xandra haar nek hangen, brrr. Ik schrok steeds wakker en dan zat ik een poosje te
bibberen op de stok tot ik weer in slaap viel.
wat een hoge trap! |
bibberen op de stok tot ik weer in slaap viel.
De volgende morgen kwam ma Tok de deur open doen om ons naar buiten te laten. Het was grappig om dit nu eens van de andere kant mee te maken en niet vanuit de tuin, waar wij altijd al liepen te scharrelen als ma Tok kwam.
Maar nu moest ik naar beneden en het was best hoog waar ik zat.
Ik zag de kleintjes naar buiten vliegen door de open deur, maar dat kon ik niet, daarvoor ben ik veel te zwaar.
Ma Tok wees op de trap die van het plateau naar de grond leidde en ik probeerde netjes af te dalen, maar halverwege verslikten mijn poten zich en rommelde ik heel snel naar beneden.
Ma Tok lachte en zei dat ik het goed had gedaan voor een eerste keer,
morgen zou het wel beter gaan.
Xena's poten verslikken zich |
morgen zou het wel beter gaan.
In de tuin ging ik samen met de anderen scharrelen, dat was vertrouwd, maar toch miste is mijn vriendin Xandra wel erg. We trokken altijd zo gezellig samen op en dat kon nu niet meer. Ik zag Ariane alleen rondlopen en ik ging naar haar toe. "Voel jij je ook zo alleen?" vroeg ik haar. "Ja," kakelde ze zachtjes, "en ik ben ook nog bang dat dat beest terugkomt om mij te pakken." "Droomde jij er ook steeds van vannacht?" vroeg ik en ze knikte verdrietig. Omdat we allebei alleen waren achtergebleven na de dood van onze rasgenoten besloten we vriendschap te sluiten,
zo zouden we samen de gebeurtenissen kunnen verwerken. Die avond ging ik uit mezelf het Tok-huis in en Ariane kwam naast mij op de stok zitten. Ik moest mijn kop wel helemaal naar beneden buigen om haar te verstaan, maar dat gaf niet, we kakelden nog zachtjes een poosje met elkaar tot de tsaar, die bovenop de hordeur zat, kakelde dat het nu tijd was om te gaan slapen. Dat was ook nieuw voor mij, dat ik moest doen wat er gekakeld werd, ik vond het grappig en zo gingen we de tweede nacht in. Gelukkig sliepen we allebei beter dan de vorige nacht, Ariane en ik.
Xena en Ariane samen in het Tok-huis |
zo zouden we samen de gebeurtenissen kunnen verwerken. Die avond ging ik uit mezelf het Tok-huis in en Ariane kwam naast mij op de stok zitten. Ik moest mijn kop wel helemaal naar beneden buigen om haar te verstaan, maar dat gaf niet, we kakelden nog zachtjes een poosje met elkaar tot de tsaar, die bovenop de hordeur zat, kakelde dat het nu tijd was om te gaan slapen. Dat was ook nieuw voor mij, dat ik moest doen wat er gekakeld werd, ik vond het grappig en zo gingen we de tweede nacht in. Gelukkig sliepen we allebei beter dan de vorige nacht, Ariane en ik.
Wat een trieste bedoening in de Tok tuin. Ik heb medelijden met de kipjes en ma Tok. Gelukkig kunnen de kipjes elkaar goed troosten en de Tsaar moet zijn kippen maar flink verdedigen.
BeantwoordenVerwijderen