zondag 19 oktober 2014

De filosofie van Odette

Odette Tok
Mijn naam is Odette en ik ben de laatste die zich aan u mag voorstellen. Ik ben een witte Chabo hen met een fier rechtopstaande staart met een grijs uiteinde. Mijn poten zijn kort en geel, zoals dat bij een Chabo hoort. Door onze rechtopstaande staart en onze trots gedragen kop lijken wij van de zijkant gezien op een U. Ik persoonlijk vind dat wel mooi.
Desiree met Odette en Odile
Mijn broedmoeder is Desiree en ik had een zusje; zij was bruin en onze verzorgster noemde ons Odette (ik dus) en Odile (mijn zusje). Ik ben gladvederig en Odile was krulvederig, met andere woorden: we leken totaal niet op elkaar. Desiree zorgde goed voor ons en zo groeiden wij op tot kuiken-kleuters, zoals u op de foto kunt zien. We mochten al snel lekker door de tuin scharrelen, Desiree leerde ons hoe dat moest. Als er lekkere hapjes te scoren waren riep zij ons er snel bij, zodat wij niets tekort kwamen. Ook Laza Rus hielp bij de opvoeding, hij riep alle kleintjes ook altijd als er iets te halen viel.
Wij kregen allebei de achternaam Tok, we mochten dus in de tuin blijven wonen; dat vonden wij erg fijn, want we worden hier goed verzorgd. Toch werd Odile na 2 jaar ziek, ze werd meegenomen naar de dierenarts, waar ze een injectie kreeg en medicijnen om thuis te gebruiken. Even leek het beter te gaan, maar op een morgen lag Odile toch dood in het hok. De vrouw was erg verdrietig en ik ook, ze was tenslotte mijn broedzusje, we waren samen opgegroeid en nu was ze er ineens niet meer. Ze werd begraven in de tuin, waar ze het zo fijn had gehad. Ik werd getroost door alle andere kippen, dat was wel weer fijn en nu is het allemaal alweer een tijdje geleden en ben ik weer gelukkig.
Vera en Vita na 1 maand
En ach, als ik denk aan wat Vera en Vita allemaal hebben meegemaakt, dan mag ik niet klagen. Het gaat trouwens heel goed met de twee nieuwe dames, zoals u op de foto hiernaast kunt zien. Ze hebben geen kale plekken meer en het kammetje van Vera is weer mooi geworden, al is het wat kleiner dan dat van Vita. Alleen hun staarten zijn nog wat aan de kale kant, maar dat gaat vast ook helemaal goed komen. Ze zijn nu helemaal gewend en ze scharrelen heerlijk tussen alle andere kippen. Ik vind het grappig dat er nu ineens twee van die grote hennen hier rondlopen, de kuifhoenders zijn krielkippen en wij Chabo's zijn er alleen maar in deze kleine vorm, van ons ras bestaat er geen grote uitvoering. Vroeger schijnt hier een grote Kuifhoenhen gewoond te hebben, zij heette Helga en ze moet erg lief geweest zijn. Zij is negen jaar oud geworden, toen is ze overleden, van ouderdom waarschijnlijk, want ze was nooit ziek. Zij ligt ook hier in de tuin begraven; het lijkt hier eigenlijk wel een soort kippenkerkhof als je bedenkt hoeveel hennen hier onder de grond liggen. Het lijkt mij fijn om hier in de aarde te mogen liggen als ik dood ben, dan ben ik toch nog een beetje bij mijn vriendinnen. Maar zover is het nog lang niet, hoor, ik hoop eerst nog een hele poos bovenop de grond te lopen. Vindt u mij ernstig? Dat komt dan vast door mijn jeugdtrauma, het verlies van mijn zusje Odile. Toch ben ik een blije hen, ik denk alleen een beetje dieper na over de dingen, dat is alles. U zou mij filosofisch kunnen noemen.
Zo, nu mag iemand anders weer wat vertellen, ik ben er moe van geworden, ik ga vanavond lekker vroeg op stok.

1 opmerking: